Het status mentalis onderzoek

PSYCHOSE - conatieve functies - psychomotoriek [mimiek]

Mimiek
Dhr. fronst regelmatig zijn voorhoofd, zijn mondhoeken zijn iets naar beneden gebogen.
Hij geeft de indruk enigszins ongeïnteresseerd te zijn.
Hij kijkt boos en is in zichzelf gekeerd. Dhr. heeft dan geen aandacht voor omgeving.
Later in het gesprek is er meer variatie in de mimiek en zijn er korte momenten van een lach of glimlach.

Gestiek

Bekijk videofragment...

De gestiek van dhr. is rustig, hij wrijft in zijn handen. Dhr. zit rustig in de stoel, meestal naar voren gebogen.
Hij leunt met zijn armen op zijn bovenbenen. Bij het spreken over zijn hallucinaties (de mindspiders) buigt hij verder naar voren en slaat zich op het hoofd.
Tijdens het spreken over de hallucinatoire ervaringen zit dhr. in elkaar gedoken, waarbij hij de psychiater wel in de gaten houdt.

Spraak

Bekijk videofragment...

Dhr. spreekt enigszins monotoon, het tempo varieert.
Het tempo en intensiteit van spreken neemt toe als dhr. meer geëmotioneerd is.