Oogcontact
Het oogcontact met dhr. is wisselend. Vooral in het begin van het gesprek kijkt dhr. meestal naar de grond, naar zijn handen of langs de psychiater.
Als dhr. antwoordt kijkt hij de psychiater kort aan. Gaandeweg het gesprek is er meer oogcontact. Er is dus sprake van contactgroei.
Dhr. kijkt ook regelmatig om zich heen, waarbij hij in de ruimte gefixeerd naar iets kijkt of onderzoekt. Dhr. geeft de indruk dat hij dan iets waarneemt, dat de psychiater niet waarneemt.
Dhr. maakt geen oogcontact als hij spreekt over zijn hallucinatoire ervaringen. Wel kijkt dhr. even om te zien hoe de psychiater reageert.