Oogcontact
Mw. maakt tijdens het gesprek geregeld en adequaat oogcontact met de psychiater.
Ze kijkt van hem weg als ze over haar klachten vertelt en als het gesprek over zaken gaat die ze moeilijk vindt.
Aan het einde van haar klachtenpresentatie kijkt ze de psychiater doordringend aan.
Dit geeft de indruk dat ze bevestigd wil zien dat zij de vraag goed heeft beantwoord.